Toch koesterden we geen haat tegen Duitsers


Monument RozenoordDe Rivierenbuurt

Wij interviewden mevrouw Schagen bij het Rozenoord monument in het Amstelpark. Mevrouw Schagen werd een maand na het begin van de oorlog geboren. Ze woonde in Wognum. Haar vader had een leidende rol in het verzet en een kapperszaak waar hij veel onderduikers knipte en schoor: “dat moest ook gebeuren.” De vader van mevrouw Schagen werd opgepakt door de nazi’s en op 8 maart 1945 gefusilleerd bij Rozenoord. Ze kan zich bijna niets van hem herinneren. Vorig jaar werd het monument onthuld, waar ook de naam van haar vader een plaatsje gekregen heeft. Nu heeft ze een tastbare herinnering aan hem.

Wat merkte u van de oorlog?
“In het dorp waar ik woonde hadden we genoeg te eten tijdens de Hongerwinter, omdat wij een moestuin hadden. Daarom kregen we mensen uit de grote stad aan de deur die om een pannetje eten vroegen. We hadden wel een tekort aan bepaalde voedingsstoffen, zoals vlees. Al ons vee was gestolen door de nazi’s. Iedere dag kregen we een liter melk, maar daar moesten we met vier volwassenen en zes kinderen van drinken. Ik hoorde ’s nachts vaak vliegtuigen overvliegen, die gingen bombarderen in Duitsland. Toch koesterden we geen haat tegen Duitsers. We hadden een paar Duitse soldaten te logeren en zij waren erg aardig. Een van hen heeft een keer pannenkoekjes voor me gebakken.”

Herinnert u zich dat uw vader werd opgepakt?
“Ik was heel jong, maar ik weet nog dat we aan tafel zaten toen er plotseling nazi’s ons huis binnenstormden. Ze maakten veel lawaai en namen mijn vader mee. In maart hoorde ik dat hij gefusilleerd was, maar ik wist toen niet wat dat woord betekende. Ik ging de straat op en zong: ‘mijn vader is gefusilleerd’. Mijn broer werd daar heel boos om. Pas maanden later kreeg mijn moeder te horen waar zijn lichaam was en mochten we hem begraven. Toen de kist naar beneden zakte, klonken er saluutschoten. Mijn tante viel flauw van de schrik, maar ik dacht eerst dat ze doodgeschoten was.”

Wat betekent het monument voor u?
“Het monument geeft mij een tastbare herinnering aan mijn vader en daar ben ik erg blij mee. Ik weet bijna niets meer van mijn vader, alleen dat hij mij weleens een Eskimo kus gaf. Dan bewogen we onze neuzen langs elkaar heen. Mijn oudere broers en zussen hebben veel problemen gehad met de dood van mijn vader. Mijn broer had vaak last van woedeaanvallen. Ik weet niet zo goed hoe het voor mijn moeder was dat ze jong weduwe was. Daar sprak ze niet over. Ik ben blij dat de kinderen van nu nog interesse hebben in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Het is belangrijk dat het verleden doorgegeven wordt en ik vind het fijn dat jonge mensen het initiatief genomen hebben om een monument voor de gefusilleerden te maken.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892