‘Mijn moeder kreeg de familiefoto’s van onze Joodse buren’


Danny, Loek en Yuuta vertellen het verhaal van Jan Kok
HaarlemmermeerstraatAmsterdam Nieuw-WestAmsterdam-Zuid

Jan Kok woonde in de Haarlemmerstraat, om de hoek daar zat hij op de ‘oude’ Pro Regeschool. Een goed gebouw met stevige muren en een grote gymzaal waar hij als kereltje vooral rondjes rende. Nu woont Jan in Osdorp, in zijn huiskamer staan veel oude spulletjes en boeken. Hij vertelt graag over de oorlog aan leerlingen van de ‘nieuwe’ Pro Regeschool: Loek, Danny en Yuuta.

Wanneer besefte u dat het serieus was?
‘Ik besefte het eigenlijk niet. Ik vond het wel interessant, maar veel ging ook gewoon door. Het was eigenlijk heel saai op straat, want hier waren geen gevechten. Als wij naar mijn opa en oma gingen op zondag dan liepen we langs een speaker op het Hoofddorpplein waar je Hitler hoorde. Waar nu de spoorbaan is, was een dijk en daar stond afweergeschut op. Als het luchtalarm ging, moesten we thuiskomen. De ramen waren dicht geplakt met tape, want dan kreeg je geen glassplinters. Soms waren er mensen die hun rood-wit-blauwe was buiten hingen als protest. Mijn vader was geboren in 1894 dus hij was te oud om te werken in Duitsland. Hij sprak Duits en maakte daar gebruik van. Hij heeft een keer een soldaat zo gek gekregen dat mensen aardappelen mochten pakken uit een schip aan de Sloterkade. Hij had geen tas, dus deed het maar in zijn hoed.’

Kende u Joodse mensen?
‘Wij hadden een Joods kind op school, die bank was opeens leeg. Er woonde acht gezinnen bij ons in de portiek, daarvan waren vier Joods. Die kregen op een gegeven moment zo’n ster op hun kleding. Walther en Edith waren hele leuke buren. Hij leverde papier voor de verduistering. In het begin van de oorlog was er brand in de haven en ik heb met de buurvrouw naar de zwarte wolken gekeken. Ik weet nog dat ik bij haar op schoot zat, ik kan zelfs nog herinneren hoe zacht de stof van haar jurk aanvoelde. Ze waren gevlucht uit Duitsland. Mijn moeder vroeg waarom ze niet gingen onderduiken, maar ze wilde anderen niet in gevaar brengen. Ze wisten dat ze weggevoerd zouden worden. Edith zei: míj maken ze meteen dood, hèm laten ze eerst een jaar werken. Ze moesten zich melden op de halte met hun bagage. Ik heb gezien dat ze weggevoerd werden; dat was afschuwelijk. Ook onze buren Helène en haar broer, twee schatten van mensen die speelgoed verzamelden, zijn weggevoerd. Mijn moeder heeft haar nog pantoffels gebracht. Ik was bang dat ze mijn moeder ook meenamen. De Kellers zijn ook weggehaald. Die vrouw was van de trap gevallen maar moest toch mee. Hun zoon is ondergedoken. Al hun woningen werden leeggehaald en met een boot naar Duitsland gebracht. Mijn moeder kreeg foto’s van Edith om te bewaren. Die heb ik aan Joods Monument gegeven. Andere buren dachten dat ze terug kwamen en vroegen mijn ouders om op hun waardevolle spullen en boeken te passen. Die boeken staan hier in de kast, want ze zijn niet teruggekomen.’

Hoe is de oorlog voor u afgelopen?
‘Naast ons woonde een SD’er, hij is gevlucht op Dolle Dinsdag. Ik ben via de tuin zijn huis in geslopen en heb klompen en een kip gejat. Ik heb ook twee boeken meegenomen. Een daarvan was Mein Kampf. En er was natuurlijk honger. Dan ging ik naar wat nu Nieuw-West is om te kijken of er wat was. Een keer hadden ze alleen witlof en toen kwam ik terug met niets, want dat lustte ik écht niet. Bij bruggetjes stonden landwachten die konden het eten inpikken. Ik heb ook voedseldroppings gezien. Er viel toen een zak meel op ons dak en een aantal zakken in de Slotervaart, bij de Westlandgracht, dat was toen nog de rand van de stad. Op 6 mei 1945 was er nog een schietpartij op de Amstelveenseweg, bij de ingang van het Vondelpark. Iemand had Duitsers beschoten en toen zijn er vijf mensen doodgeschoten. Mensen van het verzet, maar ook een NSB’er. Daar staat nog een monument van. De naam van die NSB’er is er later afgehaald, maar nu blijkt hij toch wel weer goed geweest te zijn. Na de oorlog stonden we er niet echt meer bij stil, we wilden eerst opbouwen. Op die leeftijd besef je dat vernietigingsproces ook nog niet helemaal. Pas na de jaren ’60 kwam er belangstelling voor de oorlog. Jullie moeten dat weten, want het kan zomaar weer gebeuren. Wacht dus niet tot de politiek zich met jou gaat bemoeien.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892