‘Je ging niet bij Nederlandse of Surinaamse kinderen spelen’


Max, Bodhi, Karim vertellen het verhaal van Helen Wijngaarde
CuraçaoAmsterdam-Noord

Helen Wijngaarde is 80 en geboren op Curaçao. Bij binnenkomst zien Max, Bodhi en Karim van de middelbare school Vox-klassen in de hal een oud, houten leesplankje met Aap, Noot en Mies. Mevrouw Van Wijngaarde loopt snel de trap op en heet iedereen van harte welkom. Ze vertelt dat ze zin heeft in het gesprek omdat ze zich nu opnieuw helemaal heeft kunnen verdiepen in haar jeugd. Als de kinderen haar vragen hoe het komt dat ze er nog zo jong uitziet, antwoordt ze dat ‘je gewoon alles moet doen waar jij gelukkig van wordt’.

Hoe was uw jeugd in Curaçao?
‘Toen ik 7 jaar was, ging ik naar de Wilhelminaschool. De jongensschool en de meisjesschool waren strikt gescheiden. We mochten absoluut niet met elkaar omgaan. Mijn vader was een Surinamer en mijn moeder een Curaçaose. Thuis spraken we Nederlands, maar met de familie van mijn moeder spraken we Papiaments. Alleen als mijn moeder boos was, sprak ze Papiaments. Op school spraken we ook Nederlands want we waren een Nederlandse kolonie. In de klassen zaten Surinaamse, Curaçaose, Nederlandse en Joodse kinderen. Je ging niet zomaar bij Nederlandse of Surinaamse kinderen spelen. We hadden zowel Nederlandse als Curaçaose leerkrachten. In de pauze zaten de Nederlandse juffen op een bankje in de schaduw terwijl de andere leerkrachten maar moesten zien waar ze gingen zitten. Dat vonden wij toen heel normaal. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen veel Hollanders naar Curaçao en die kregen gewoon een huis en een goede baan.’

Toen u elf was, bent u naar Suriname gegaan. Hoe was dat?
‘Ik vond Suriname heerlijk! Veel meer diversiteit en dat beviel mij veel beter. Maar net als op Curaçao leerden we Nederlandse liedjes waar we eigenlijk niks van begrepen. We vierden de verjaardag van de Nederlandse koningin, leerden de Nederlandse topografie. Ze gaven ons de indruk dat Nederland het paradijs was. Daar gebeurde het en daar moest je naartoe als je wilde studeren. Maar toen ik in Nederland kwam, was ik helemaal in shock. Ik zag dat de mindere baantjes niet door zwarte mensen werd gedaan, maar door Hollanders.’

Bent u in Nederland wel eens gediscrimineerd?
‘Oh ja! Toen ik onderwijzeres was in Amstelveen, vroeg het hoofd van de school meerdere malen of ik niet terug wilde naar mijn eigen land. Aan zijn kind vertelde hij dat ik het zusje was van Zwarte Piet. Hij vond het ook onzin dat ik Engels wilde studeren. Toen ik 49 jaar oud was, werd ik ziek en medisch afgekeurd en mocht ik niet meer werken. Ik besloot naar de Open Universiteit te gaan en weer te gaan studeren. Het was heerlijk om weer in de boeken te zitten. Ik heb Cultuurwetenschappen gestudeerd. Mijn grote onderzoek was het slavernijverleden van Suriname. Daar was toen nog niet zoveel over bekend. Het is natuurlijk een vreselijke geschiedenis en ik kan jullie van alles vertellen. Bijvoorbeeld toen de slavernij allang was afgeschaft, had mijn oom een ‘kweekje’ voor ons. Dat was een Javaans meisje dat hij had weggehaald bij haar familie. Zij zou onderwijs krijgen en opgroeien bij een gezin met kleine kinderen. Dat was ons gezin. Wat bleek, dit meisje moest onze schoenen poetsen en kreeg oude kleding van mij. Zij mocht niet aan tafel zitten, maar zat op het stoepje met haar bord en kroesje. Mijn ouders vonden het vreselijk en hebben haar weer teruggebracht naar haar eigen gezin.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892