‘Ik was blij dat ik haar weer zag’


Amy, Jasmijn, Leentje en Annette vertellen het verhaal van Karin Vester
Haarlem

Karin Vester was 11 jaar toen de oorlog begon. Ze woonde eerst met haar ouders in Heemstede en verhuisde in 1942 naar Zwanenburg. Ze had twee halfbroers die 12 en 13 jaar ouder waren. Tijdens de oorlog zat zij op de Bos en Vaartschool in Haarlem, die heette toen nog de Floraschool.

Kunt u zich het begin van de oorlog herinneren?
‘De wereld was ineens heel anders! In de eerste meidagen van de oorlog moest ik in de woonkamer slapen, onder de vleugel. Mijn vader vond dat een veiliger plek. Later werd er nog heviger gevochten, met brandbommen en vliegtuigen die naar beneden ‘dwarrelden’. Mijn vader besloot dat we beter buiten konden slapen, onder de veranda.

Tijdens de mobilisatie zat mijn broer Dani als soldaat in het leger. Hij was 12 jaar ouder. In de meidagen liep er een groepje soldaten langs ons huis. We hoorden de één tegen de ander zeggen ‘He? komt Daan hier niet vandaan?’ Bleken ze mijn broer te kennen! Hij was gewond en lag in het ziekenhuis. Mijn moeder was blij te horen dat het goed met hem ging. Mijn broer maakte me wijs dat er nog een kogel in zijn kuit zat. Dat geloofde ik niet, maar later bleek dat echt zo te zijn! Het is er vanzelf uitgekomen.’

Kende u mensen die Joods waren?
‘Ik kan op de klassenfoto zeven kinderen aanwijzen die Joods waren, zij hebben de oorlog niet overleefd. Er was een meisje, ze was zo aardig en ze heette Norah. Zij is het meisje op de foto met zwart haar en een scheiding in het midden. Zij was mijn vriendin. Op een gegeven moment was Norah ook weg. Een tijd later was ik samen met vriendin aan het fietsen in de Haarlemmermeer, en toen zag ik Norah fietsen met twee mannen naast zich.” Ik riep Norah! Norah! Ik was blij dat ik haar weer zag. Maar ze keek straal langs mij heen. Ze deed net alsof ze me niet kende. Ik voelde wel dat er iets niet goed was. Pas later begreep ik dat ze misschien wel was opgepakt. Wie waren die mannen die naast haar fietsten? Ik voelde me schuldig, misschien heb ik haar in gevaar gebracht? Het is vreselijk. Je weet niet wat er met haar gebeurd is. Ik heb er nog steeds verdriet van.’

Heeft u iets spannends meegemaakt?
‘Op Dolle Dinsdag was ik op Raadhuisstraat in Heemstede. Er werd geschoten op het plein en er liep een klein meisje. Ik trok haar zo het steegje in, naast de ijscoman. Normaal ben ik best angstig, maar nu was ik niet bang. Ik voelde me verantwoordelijk voor haar.

Aan het eind van de oorlog werd er hevig gevochten in Zwanenburg, zware bombardementen met brandbommen bij Schiphol. Zelfs de Duitse militairen waren bang, dat zag je aan hun gezichten.’

Hoe heeft u de bevrijding gevierd?
‘Bij bevrijding heb ik met Canadezen gedanst. Later kregen we uit Amerika nog een heel pakket met nylonkousen opgestuurd! Dat was toch iets bijzonders. Ik heb er nog een foto van dat we het pakket openmaken.

Na de oorlog heb ik nog geprobeerd om Norah te vinden. Haar ouders hadden een ijzerzaak aan de Schagchelstraat bij de Gedempte Oude Gracht. Dat is het enige wat ik weet.’

 

  

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892