‘Ik stond op de uitkijk’


Boran, Olivier, Jip en Daan vertellen het verhaal van Joost Verbeek
Jansstraat Haarlem

Joost Verbeek was 6 jaar toen de oorlog begon en hij woonde in Hoorn, maar in september 1944 moest hij samen met zijn broer naar een oom en tante in Haarlem. Zijn oom werkte bij de voedselvoorziening. Veel kinderen uit Haarlem werden naar de boerderijen gestuurd omdat er in de stad niets meer te eten was. Joost en zijn broer gingen in tegenovergestelde richting. Hij heeft als kind de honger in Haarlem gezien en de bevrijding.

Hoe vond u het in Haarlem?
‘Ik vond het niet leuk in Haarlem. Ik kende mijn tante en oom in de Jansstraat helemaal niet. De sfeer in de stad was ’unheimisch’, veel huizen waren vervallen en de tussen de tramrails waren alle houtjes uitgehaald. Ook op school vond ik het niet leuk, want als vreemde hoorde je er niet echt bij. Mijn broer was sterk en twee jaar ouder, en hij kwam wel voor mij op. Aan de overkant op de Jansstraat 51 was de gaarkeuken, de mensen stonden in de rij voor een kom soep, die uit lamellen werd opgeschept. Een keer viel de pan met soep om. Het was een ramp. Alle mensen doken erop af en lepelden de soep uit de goot. Letterlijk.

Er was geen zeep, we zaten onder de luizen en later kregen we ook schurft. Het begint met een plekje tussen je vingers dat kriebelt, maar later werd het erger en pijnlijk.

Dat houdt je ook bezig, die pijn. We speelden in de bunkers op de Koude Horn, naast de Josefkerk. Mijn tante zei, ‘Dat komt ervan dat jullie in die bunkers spelen, van die viezigheid die de Duitsers maken krijg je schurft.’’

Heeft u iets spannends meegemaakt?
Het was een rare tijd, je leert je mag niet stelen, maar wij stalen als de raven. Dat hoorde erbij. We maakten een etalageruit los, en namen alles mee. Je was er mee bezig om aan eten te komen en om de kachel te laten branden. We stalen hout, met een houtkar hebben we een boom omgezaagd in de Ridderstraat. Het moest stiekem gebeuren en ik stond op de uitkijk.

Het klinkt gek misschien maar we hadden helemaal niet zo’n afkeer van Duitse soldaten. Zij waren ook maar jongens die hier moesten zijn. Eén keer zagen een vrijend stelletje op de spoordijk links van het station. Een Duitse soldaat met een meisje. We gooiden er steentjes naar. De soldaat stond boos op. We holden weg, de hele stad door. Om de vijand van ons af te schudden. Pas in de Koningsstraat durfden we om te kijken of hij ons achterna was gegaan.

Bij ons thuis zat ook een onderduiker, hij was een neef en hij kwam uit Batavia, om hier te studeren. Dat hij bij ons in huis zat, mochten wij niet weten. Dat wisten we wel, en we zijn stiekem op zijn kamer geweest. Zijn kamer stond vol Indische spullen en hij had een grote landkaart aan de muur met allemaal pins, waar de geallieerden optrokken. Het was verboden daar te komen, en we kregen een pak slaag van hem.’

Hoe heeft u de bevrijding gevierd?
De bevrijding was een dubbel gevoel. Je zag de Duitse soldaten de aftocht maken en aan de andere kant kwamen de Canadezen binnen, op tanks, heel langzaam om het wegdek niet te beschadigen. Ik kom op een tank, het was een groot feest. Uit de Ceciliasteeg, kwamen jonge vrouwen in open karren, ze waren kaal en op hun hoofd hadden ze met menie kruizen getekend. Ik zie de karren voor me, en de moeders renden erachteraan, krijsen en huilen om te proberen hun dochters terug te krijgen. Het was zo’n volkswoede, haast op het wellustige af.

Ik moest naar de Kruisstraat en liep op de Grote Markt langs de trappen van het stadhuis. Ik was er getuige van hoe de NSB leiding, en de NSB-burgermeester Plekker aan hun haren de trap opgetrokken werden. Ik was onder de indruk, je stond erbij en als kind begreep je niet wat er gebeurde. Ik voelde wel: ‘hier moet ik niet zijn’. Er was een enorme volkswoede en haat. De mensen wilden hem doden. Het is beangstigend. Als kind weet je eigenlijk niet wat er gebeurt, maar je staat er middenin. Dat blijft je als kind bij. Vergeten doe je het niet.’

      

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892