‘Ik ben koloniaal’


Alaia, Rosa en Luna vertellen het verhaal van Anne-Ruth Wertheim

Met Alaia, Rosa en Luna fietsen we naar het huis van Anne-Ruth Wertheim. De meisjes vragen zich af hoe lang het interview zal duren. Een half uur? ‘Ik begrijp niet helemaal waar dit project over gaat’ geeft een van hen aan. Ze heeft een aantal lessen niet gevolgd omdat ze ziek was. Ik praat haar bij en geef aan dat interviewen luisteren is. Dat blaadje met vragen kan je laten liggen. Je moet luisteren, je inleven en dan doorvragen. Ze beloven hun best te doen. Bij Anne Ruth aangekomen staat de spekkoek klaar met limonade. Ze steekt ze meteen van wal en stopt anderhalf uur lang niet meer met gepassioneerd vertellen: ‘We praten hier niet over blank en zwart, maar over wit en zwart. Blank is de oude, koloniale taal en staat voor onschuldig, rein. Met dat woord werd onderscheid gemaakt tussen onze groep en de gekleurde groep. Ik vind het belangrijk dat jullie je realiseren dat dat woord onterecht wordt gebruikt.’

Wanneer kwam u in Amsterdam aan?
‘Toen ik 11 jaar was kwam in Amsterdam aan, in februari 1946. Met het vliegtuig. Door de oorlog had ik nauwelijks lagere school gehad. Na een jaar in een schakelklas kwam ik op het Montessori Lyceum Amsterdam terecht. De school waar jullie nu zitten. Ik vond het er geweldig. Ik was het enige kind dat in een Jappenkamp had gezeten. Mijn ouders en ik waren felle antikolonialisten, in een tijd dat het grootste deel van de kinderen op mijn school aan de kant van de Nederlanders stond. Van mijn leraar aardrijkskunde mocht ik nooit Indonesië zeggen: ‘Anne Ruth Wertheim we hebben het over ons Nederlands Oost Indië.’ Maar ik bleef het zeggen.’

Had u Indonesische vrienden en vriendinnen?
‘In Indonesië woonden 60 miljoen Indonesiërs. Wij waren maar met 300.000. Het is een godswonder dat wij met dat kleine groepje mensen dat hele land onder de duim hielden.
Als je Indonesiër was, dan deed je het rottige werk op de velden, was je bediende, noem maar op. Een hogere baan kon je nooit krijgen, die werden bezet door de Hollanders. Als iemand een klein beetje Indonesisch bloed had heeft hij ‘ketjap’ zeiden ze dan, is hij besmet. En had dat invloed op zijn hele leven. Heel gemeen. Op mijn school zat geen enkel gekleurd kind. In mijn klas zaten allemaal blonde kinderen. Ik had geen enkele Indonesische vriendin. We leefden in een wijk van mooie huizen, waar alleen maar Hollanders woonden. We hadden zes bediendes, kook baboe’s, De Indonesiers die wij zagen waren de bedienden. Die lieten hun kinderen achter in de kampongs (de wijken in de stad). Hun huizen waren van gevlochten riet, de straten van zand.’

Waren uw ouders voor de koloniale overheersing?
‘Mijn ouders en alle andere Hollanders waren ervan overtuigd dat alle Indonesiërs dom waren. Daarom was het ook goed dat ze niet zelf hun land bestuurden en terecht dat de Hollanders dat deden. Mijn ouders vonden dat de Indonesiërs helemaal niet onderdrukt werden. Tot mijn vader in 1936 professor werd aan de universiteit van Batavia. In zijn les ontmoette hij Indonesiërs die heel slim waren. Pienterder dan de Hollanders. Dat heeft zijn ogen geopend. Vanaf toen werden mijn ouders felle anti-kolonialisten.En tijdens de Japanse bezetting leerden wij zelf wat het is om gediscrimineerd te worden op je ras. Ik ben in de positie geweest van onderdrukker en van onderdrukte. De Japanners vonden zichzelf veel beter dan de witten. Ik heb gevoeld hoe je op basis van ras in een slechter kamp terecht kon komen, omdat mijn vader joods was en wij daardoor naar een ander kamp moesten. Ik weet hoe het is om zelf te gaan geloven dat je minder goed bent. En daarom vecht ik er tegen. Ik demonstreer en schrijf brieven, want nog altijd is er discriminatie en schaamte. Ik vecht tegen discriminatie op grond van ras. En ik vind dat jullie generatie ervoor moet zorgen dat mensen zich nooit meer schamen dat ze een bepaalde achtergrond hebben.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892