Een klein luciferdoosje tot de rand afgestreken met suiker. Dat was alles.


Will, Alexander en Basti vertellen het verhaal van Ronald Anthonio

In het mooie pand van het Indisch Herinneringscentrum in Den Haag, interviewden Will, Alexander en Basti van het Edith Steincollege, Ronald Anthonio. Hij is 1937 in Indonesië geboren. Meneer Anthonio heeft een deel van zijn jeugd in een Jappenkamp doorgebracht.

Hoe was het om als kind in een Jappenkamp te moeten verblijven?
‘Over het kamp kan ik een twee dingen zeggen: honger en onhygiënisch. We hadden altijd honger en konden onszelf niet wassen. Als je met veel mensen op elkaar zit, ontstaan en ziektes en ongedierte. We kregen heel weinig te eten. Maar 200 gram rijst als dagrantsoen per persoon. Dat was het enige wat we over de hele dag konden eten. Als weekrantsoen kregen we een klein luciferdoosje tot de rand afgestreken met suiker. Dat was alles. Wij moesten van mijn moeder een lepel rijst per dag afstaan aan mijn kleine zusje, die toen nog maar twee was.

Om onszelf te vermaken, maakten we zelf speelgoed: van bamboe maakten we een fluitje, een rijdende tankje gemaakt van een garenklosje. We mochten absoluut geen Nederlands meer spreken, Indonesisch en Japans werden de voertaal. Gelukkig had ik Indonesisch geleerd van ons Indonesische kindermeisje, waardoor ik daar geen moeite mee had.

In het kamp waren niet alle Japanse bewakers slecht en harteloos. Een van de bewakers in ons kamp was nog een beetje menselijk. Hij moest zijn dochtertje achterlaten in Japan en het meisje scheen erg op mijn kleine zusje te lijken. Zij was zijn lieveling en daardoor kregen we soms wat extra’s te eten. Mijn moeder kreeg van hem een Japanse zijden sjaal, die zij voor mijn zusje moest bewaren. Het zou haar beschermen. Eigenlijk was het voor zijn eigen dochter, maar toen hij naar het front werd gestuurd wist hij dat hij nooit meer in Japan terug zou komen.’

Hoe was het onderwijs in Nederlands-Indië?
‘Door het koloniale stelsel, waren en drie verschillende scholen. Een Europese school, waar ik naar toe ging, een school voor de meer welgestelde Indische kinderen en een school voor de Indonesiërs. Zo was eigenlijk de hele maatschappij ingedeeld. Je kon niet van kaste verschuiven en je had als Indonesiër altijd de Europeanen boven je. Mijn ouders waren allebei halfbloed, met zowel Nederlands bloed als Indisch bloed. Rationeel gezien leefden wij Europees, kregen wij een Europese opvoeding en spraken wij alleen maar Nederlands. Maar emotioneel gezien waren wij Indonesisch en dat zal ook altijd zo blijven.

Tijdens mijn jeugd in Nederlands-Indië ging ik om met rijke Nederlandse kinderen, maar ook met Indonesische kinderen. Ons gezin zat er altijd tussenin, omdat mijn vader een halfbloed controleursambtenaar was. Wij konden dus wel naar de Europese school, maar vanwege zijn kleur kon hij in zijn werk nooit hogerop komen.’

Hoe ging het toen u naar Nederland moest in het contractpension en miste u Indonesië?
‘Wij kwamen in 1949 als kinderen aan in Nederland, zonder mijn vader die in Nieuw Guinea een nieuw Nederlands bestuur ging opbouwen. De eerste dag in Nederland herinner ik me als de dag van gisteren. Omdat wij kinderen waren, konden we geen gewoon appartement krijgen. In het eerste pension mochten we de bel niet gebruiken, omdat dat te veel stroom kostte. Ik vond dat zo stom, dat ik toen wij onze tweede pensionwoning kregen, ik de bel kapot getrapt heb. Dat voelde echt goed.

Wat ik miste aan Indonesië waren de geluiden, geuren en de kleuren. En de zon die daar altijd scheen. Het leven was daar veel relaxter. Wat ook wennen was, waren de nieuwe hiërarchische verhoudingen. Het was vreemd om een Nederlander als stratenmaker op handen en knieën te zien werken, dat zou in Nederlands-Indië nooit gebeuren. Daar zou de Nederlandse stratenmaker de Indonesische mensen op handen en knieën laten werken. Mijn vader kwam in 1962 terug uit Nieuw Guinea.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892