‘De politie sleepte mijn vader hardhandig naar de kazerne’


Zoë, Evi, Aïsha en El’Josha vertellen het verhaal van Erna van Tholl
SurinameAmsterdam-Zuidoost

Erna van Tholl verhuisde in 1949 met het gezin waarin ze opgroeide naar Amsterdam. ‘Naarmate ik ouder word, heb ik steeds meer heimwee naar Suriname. Het zijn toch je roots.’ Haar vader, ook geboren in Suriname, heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog gewerkt op één van de KSNM schepen die de kust van Suriname beschermden tegen een Duitse aanval. Erna weet aan Zoë, Evi, Aïsha en El’Josha van basisschool De Morgenster nog veel te vertellen over de verhalen van haar vader.

Wat deed uw vader voor werk in de oorlog?
‘Mijn vader is geboren in Suriname, in 1918. Toen hij dienstplichtig was, kreeg hij een oproep dat hij zich moest melden. Hij had daar helemaal geen zin in. Toen kwam de ME, de militaire politie, en die hebben hem hardhandig naar een kazerne gesleept. Omdat hij slechte ogen had, kon hij niet in militaire dienst en moest hij andere werkzaamheden doen. Toen de oorlog uitbrak, was hij verplicht om voor de KNSM te varen. De KNSM besloot om mensen aan te nemen die afgekeurd waren voor dienstplicht. Hij was toen twintig, werd matroos op het schip en nam veel schoonmaakwerkzaamheden op zich.
De KNSM zorgde ervoor dat Suriname vanuit zee beschermd werd tegen de Duitsers. De Duitsers wisten van Suriname en de grondstoffen. Bauxiet is een grondstof uit Suriname waarvan de Amerikanen oorlogsmateriaal maakten. De bauxietfabrieken mochten dus absoluut niet in handen van de Duitsers komen. Duitse onderzeeboten gingen op weg naar Suriname om de boel kapot te schieten, maar de Amerikanen stonden aan de Nederlandse kant. Zo ontstond er ook een wereldoorlog op zee. Het schip waarop mijn vader voer, de Koningin Emma, is gelukkig nooit geraakt door een torpedo van een Duitse onderzeeboot.’

Hoe vond uw vader het om voor de KNSM te werken?
‘Mijn vader heeft er tijdens de oorlog het beste van gemaakt. Door de omstandigheden had hij geen keus. Het waren bijzondere en leerzame jaren, waarin hij zichzelf heeft leren redden. Hij heeft heel veel goede vrienden gemaakt op zee, want iedereen zat in hetzelfde schuitje. Hij heeft een hele goede vriend gehad, ome Piet, die een ontzettend gezellige en ook lange man was. Dat heeft mijn vader erg gesterkt. Ome Piet is later in Amerika gaan wonen. Vandaar ook dat we de link hebben tussen Suriname, Amerika en Nederland. Nu hebben we overal vrienden en familie wonen.’

Waarom ging uw vader naar Nederland?
‘Door de oorlog en het varen in de Cariben, wilde mijn vader meer zien van de wereld. Hij had een oom die met een Nederlandse vrouw was getrouwd en in Nederland woonde. Hij had mijn vader gezegd dat er altijd plek voor hem was. Toen hij eenmaal had geproefd van de zeevaart was het voor hem duidelijk: ‘Ik ga naar Nederland en ik ga het daar maken.’ Het heeft jaren geduurd voor hij weer terugging naar Suriname, zo goed had hij het hier. Hij heeft eigenlijk nooit heimwee gehad, ondanks de kou. Wij zijn in de lente aangekomen, maar toen eenmaal de herfst voorbij was, was het erg heftig. Ik ging met een pyjamabroek onder mijn lange broek naar school, zo kou had ik het.
Mijn ouders gingen op een gegeven moment op de Middenweg wonen. Er was daar een ruimte met een luik en dat was een beetje verstopt. Daar hebben ze spullen van mensen die daar in de oorlog verstopt waren gevonden, zoals een vork en een bord. Van de winkel onder ons hoorden we dat daar Joden zaten ondergedoken. Dat was wel heftig om te zien in ons eigen huis.’

    

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892