‘De Japanse soldaten gaven mij soms een stukje chocolade, of een balletje rijst’


Koen, Arda, Angelo en Kevin vertellen het verhaal van Paul Koster
Zaandam

Paul Koster(1935) is een hartelijke man die heel goed kan vertellen over zijn jeugd in Nederlands-Indië. Dat ontdekten Angelo, Koen, Arda en Kevin toen zij hem interviewden in zijn huis aan de Rembrandstraat in Zaandam.

Hoe was uw situatie thuis, had u broers of zussen?

‘Ik woonde als kind in Semarang (Java) samen met mijn ouders en mijn twee zussen. Mijn ouders hadden goed werk, zodat we geen armoede leden. Mijn moeder was onderwijzeres en mijn vader had een hts-opleiding. Ik woonde op een suikeronderneming, maar vanwege de oorlog moesten we die verlaten. Thuis sprak ik altijd Nederlands, dat moest van mijn ouders. We hadden thuis een baboe. Zij deed vooral klusjes, maar ze lette ook op ons als onze ouders aan het werk waren. Op straat sprak ik een beetje Javaans en Maleis. Maleis was toen de handelstaal, de inheemse kinderen spraken vooral Javaans.’

Wat vond u zelf leuk om te doen als kind?

‘Ik vond het leuk om op straat te slenteren en te spelen met anderen uit de buurt. Toen het oorlog was, had ik geen school en dat vond ik geweldig. Ik speelde vaak op straat en dat was natuurlijk heel leuk op mijn leeftijd. Er werd soms ruzie gemaakt tussen groepen kinderen op straat, bijvoorbeeld tussen Indo’s en Indonesiërs. In de oorlog werd mijn vader krijgsgevangen genomen. Met mijn zussen bleef ik bij mijn moeder en mijn oma. Het was een rare tijd. Op straat liepen overal Japanse soldaten. Ze gaven mij en mijn vrienden soms een stukje chocolade, of een balletje rijst.’

Wat vond u ervan om naar Nederland te komen?

‘Niet één Indische man, vrouw of familie wilde graag naar Nederland vertrekken. Maar het moest, door het onderscheid van de blanken, en de (half) gekleurde mensen. Ik wist dat het moeilijk voor mij zou zijn om een goede baan of een hoge functie in een bedrijf te vinden, toch vertrok ik uiteindelijk op zeventienjarige leeftijd naar Nederland. Ik vond de ontvangst in Nederland vrij lastig. Ik kwam terecht in een internaat in Zuid-Holland. Tijdens mijn werk ben ik vier maanden in Japan geweest om schepen – die daar voor minder geld konden worden gebouwd – te bouwen en repareren. Ik werkte met mensen van allerlei nationaliteiten samen. Ik leerde ervan dat we elkaar allemaal konden aanvullen, want iedereen had verschillende vaardigheden. Het was een belangrijke levensles: elkaar niet discrimineren op uiterlijk of afkomst, maar kijken hoe goed we met elkaar op kunnen schieten en wat we van elkaar kunnen leren.’

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892