‘Als je de wereld wilt veranderen, moet je bij jezelf beginnen!’


Nadia en Chaima vertellen het verhaal van Joty ter Kulve-van Oss

Nadia en Chaima van het Edith Steincollege in Den Haag, interviewden Joty ter Kulve. Zij werd geboren in 1927 in Semarang, Indonesië.

Joty heeft een Nederlandse vader en een Indische moeder. Samen met haar moeder, vader en haar zusje woonde ze in Linggarjati, op West-Java. Ze was 14 jaar toen de Japanners binnenvielen, haar zusje en haar moeder moesten naar een kamp. Haar vader overleed kort voordat ze naar het kamp gingen.

Hoe kwamen jullie in een kamp terecht?
‘Ik was 14 jaar en mijn zusje en ik wandelden door ons dorpje Linggarjati. De Japanners kwamen binnen op brommers. Ze waren allemaal hetzelfde gekleed en droegen dezelfde hoedjes. Wij wisten wel dat de Japanners bezig waren om Birma en Singapore te veroveren en andere landen.

Omdat wij Indisch waren hoefden we nog niet naar een kamp. eerst kwamen de 100% Nederlanders aan de beurt, daarna de 98% en toen ze ongeveer bij de 75% kwamen kreeg mijn moeder een oproep van de Kempetai, dat is de Japanse militaire politie. Ze hadden mijn zusje en mij nodig om te werken in een bordeel. Mijn moeder antwoordde “Nee, dan moeten jullie mij eerst maar doodschieten!” Ze bleef dit volhouden. De Kempetai sloot ons daarna met ons drieën op en riep: “Ga er maar over nadenken, daar is het bordeel en wij hebben je dochters nodig!” Hij kwam terug en mijn moeder herhaalde haar woorden weer en er geschiedde een wonder. Hij zei: “Dan moeten jullie naar een kamp.”

Mijn ooms, broers van mijn moeder zaten al in een kamp, omdat ze in het leger zaten. Mijn opa en oma zijn vrijwillig meegegaan. Mijn opa overleed binnen een maand, net zoals vele andere oude mensen. Het kamp was verschrikkelijk en ik ben toen in één dag volwassen geworden. Ik heb vanaf mijn 14de tot aan mijn 17de in een kamp gezeten, altijd maar honger hebben. Elke dag zware dingen op mijn rug dragen. Ik zit nu in een rolstoel, als gevolg van het kamp, op mijn 88ste zakte ik in elkaar en het was einde verhaal. Ik kan nu niet meer lopen. Het waren drie vreselijke jaren in het kamp. Mijn moeder en mijn oma overleefden het allemaal, gelukkig.’

Wat gebeurde er met u na de bevrijding?
‘Het land was in oorlog, de Bersiap brak uit, het was geen vrolijke tijd, ondanks dat we uit de kampen mochten. Wij hebben de laatste trein genomen en gelukkig zagen we mijn broertje terug, die op zijn 11e  was weggenomen door de Kempetai. De inheemse bevolking dacht dat we zouden vertrekken, het was gevaarlijk in Nederlands-Indië. Je begrijpt misschien wel dat ik best een hekel had aan de Indonesiërs en de Japanners in die tijd. Wij waren alles kwijt geraakt, dus we zijn enorm afgestraft! Ik heb niks meer van vroeger, geen foto’s, niks. Gelukkig is ons huis in Linggarjati nu een beroemd museum. De Indonesiërs komen vanuit alle richtingen naar dit museum, omdat het voor hen een symbool van vrijheid is. Daar is het eerste verdrag tussen Nederland en Indonesië gesloten.

Ik ben nog twee jaar in Indonesië gebleven. Ik wilde rechten studeren in Nederland. Mijn moeder zei, hoe ga je dat doen? Je hebt geen geld en geen kleren, dus ik zei tegen haar, dat komt wel goed! Ik vertrok met een legervliegtuig van Bandung naar Batavia. Ik zorgde dat ik op het schip Johan van Barneveld kwam te werken. De kapitein zei dat ik wel mocht schoonmaken. Op mijn 19de kwam ik alleen in Nederland aan en ben uiteindelijk rechten gaan studeren.’

Waarom is het verdrag in uw huis afgesloten?
‘De Indonesiërs wilden vrijheid en zelfbestuur. De Nederlandse regering moest beslissen wat ze gingen doen, onder druk van de  hele internationale wereld. In ons huis is de overeenkomst van Linggarjati op 15 november 1946 gesloten. Een akkoord tussen de Commissie-Generaal, namens de Nederlandse Regering en de leiding van de eenzijdige uitgeroepen Republik Indonesia. Nederland zocht een neutrale plek om te onderhandelen op Java, midden-Java of West-Java. De secretaresse van voormalig president Soekarno, heeft ons huis aangewezen, dat groot genoeg was om iedereen te ontvangen, daarom is het daar getekend.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892