‘Als het luchtalarm afging, moest je dekking zoeken’


Onne, Timo, Shabaan vertellen het verhaal van Jan van de Linden
NigellestraatAmsterdam-Noord

‘Wat een aardige meneer was dat’, zeggen Onne, Timo en Shabaan van de Twiskeschool na afloop van het interview met Jan van de Linden. ‘En het huis was ook heel netjes.’ Alleen, toen Jan van der Linden een beetje emotioneel werd tijdens het gesprek, wisten de kinderen even niet meer wat ze moesten doen… Mevrouw Van der Linden was een beetje stil tijdens het bezoek, maar bracht wel telkens lekkere Fristi, kaasblokjes en tomaatjes.

Kon u gewoon buiten spelen tijdens de oorlog?
‘Jawel hoor, dat was geen probleem. Tenzij er een luchtalarm was natuurlijk, want dat gebeurde ook regelmatig. Als het luchtalarm afging, moest je dekking zoeken want dan konden ze gaan schieten. Nou, bij de Fokkerfabriek aan de Papaverweg stond een hele batterij van afweergeschut. En als ze dan gingen schieten, gingen er allemaal granaten de lucht in en kwamen grote brokken ijzer naar beneden. Daar moest je niet onder staan natuurlijk, dus je moest zorgen dat je binnen was.’

Heeft u erge dingen meegemaakt tijdens de oorlog?
‘Mijn vader heeft twee keer een hongertocht gemaakt om op het platteland eten te halen. De tweede keer moet in het voorjaar zijn geweest en toen is ‘ie helemaal gefietst naar Anna Paulownapolder, bij de Wieringermeer in Noord-Holland. Op de terugweg is hij staande gehouden en moest hij wachten, samen met andere passanten. Even later kwam er een vrachtwagen aan met tien mannen erop, die van de vrachtwagen werden afgedonderd, op een rijtje werden gezet en allemaal werden doodgeschoten. Mijn vader moest dus daar naar kijken. Ik kan me nog steeds het moment van zijn thuiskomst herinneren… Toen hij terugkwam hoorde ik hem het hele verhaal aan mijn moeder vertellen en dat is altijd in mijn hoofd blijven zitten. Mijn moeder was in paniek omdat mijn vader zo bang was. Hij was helemaal de weg kwijt. Ik weet nog dat mijn moeder hem toen naar boven heeft gebracht. Pas veel later heb ik uitgezocht dat het een vergeldingsmaatregel is geweest bij de Zijpersluis voor een mislukte aanslag op een Duitse colonne.’

Waren er ook familieleden in de oorlog gestorven?
‘Mijn oom is overleden. Hij zat samen met zijn broers in de illegale slachterij, het vlees brachten ze ook rond. Slachten als je geen slager was… dat mocht natuurlijk echt niet van de Duitsers. Mijn vader heeft er ook nog een blauwe maandag aan meegedaan, maar die is er gauw mee opgehouden. Hij vond het risico te groot. Maar mijn oom is er iets te lang mee doorgegaan en is verraden. Hij is in kamp Amersfoort terechtgekomen en later in Vught in de gevangenis, waar hij ziek werd en overleed. In onze familie is daar lange tijd niet over gepraat.’

     

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892