Erfgoeddrager: Zwaan

‘Mijn vader is helemaal vanuit Duitsland naar huis teruggelopen’

Zwaan, Benjamin en Samuel van basisschool Het Wespennest fietsen naar Els Burger. Op school hadden ze nog even doorgenomen welke vragen zij haar gingen stellen. Mevrouw Burger heeft in haar huis al allerlei spulletjes klaargelegd voor de kinderen, zoals een warmwaterkruik uit de oorlog en foto’s van haar en haar huis uit die tijd. De kinderen kunnen nu extra goed vragen stellen over al die bijzondere spullen.

Hoe begon voor u de oorlog?
‘Ik ben in 1941 geboren, een jaar na het begin van de oorlog. De spertijd was toen al ingesteld. Dat betekende dat je na 20 uur ’s avonds niet meer naar buiten mocht, tot de volgende ochtend. Mijn moeder kreeg ’s nachts weeën. Maar mijn vader moest dus nog tot de ochtend wachten voordat hij de dokter mocht halen.’

Wat deed uw vader in de oorlog?
‘Hij moest naar Duitsland om te werken voor de Duitsers. Hij werkte in een wapenfabriek. Toen de oorlog voorbij was, is hij helemaal vanuit Duitsland naar huis teruggelopen. Hij heeft toen die waterkruik waar een kogelgat inzat, meegenomen.’

Wat weet u zelf nog van de oorlog?
‘Omdat ik nog zo jong was heb ik maar weinig herinneringen aan de oorlog. Ik weet vooral dat we veel honger hadden en dat er te weinig eten was. En ik kon niet tegen het geluid van overvliegende vliegtuigen omdat die me deden denken aan de oorlog. Zelfs 40 jaar na de oorlog vind ik dat naar.’

Erfgoeddrager: Zwaan

‘De houten schutting van de school verdween in de kachel’

Cas, John en Zwaan ontmoeten Pia Korstman in de lerarenkamer van de school zelf. En dat is niet voor niets. Pia (“Je mag wel Pia zeggen”) heeft tijdens de oorlogsjaren namelijk in dit gebouw op school gezeten. Later maken we nog een korte wandeling door de buurt en staan we niet alleen voor, maar zelfs in, het vroegere huis van Pia waar haar vader een melkwinkel had.

Hoe was de buurt tijdens de oorlog?
Ik heb net nog even door de buurt gelopen om te kijken waar iedereen woonde en waar de bomen die tijdens de oorlog allemaal omgezaagd waren stonden. Overal waren toen kleine winkeltjes, we hadden nog een echte kachel in huis en we speelden gewoon op de middenweg. Er waren veel minder auto’s dus de stoep was ook breder. Ik was zes jaar toen de oorlog begon en mijn vader had een melkwinkel bij het Westerpark. Daar verdiende hij niet genoeg mee en eigenlijk moest hij naar Duitsland om in een fabriek te werken. Toen zijn we naar de Van Speijkstraat verhuisd. Ik was negen jaar en kwam op deze school, die toen anders heette. Beneden zat een lagere school en boven de Mulo. Als kind werd mij niets verteld, mijn ouders beschermden mij. Ik wilde altijd heel graag leren, dus ik had zeker doorgevraagd. Er liepen wel overal militairen op straat en tijdens een oorlog ben je helemaal niet vrij. Je moet op je woorden letten en iemand anders is de baas.

Hoe was het hier tijdens de Hongerwinter?
Aan het begin van de oorlog had ik sportkousen gekocht. Ik groeide heel snel, maar nieuwe sokken kopen kon niet. Dus op het laatst had ik alleen nog maar sokjes aan. Mijn vader liep met de handkar naar Noord-Holland om klompen, die een klant van hem maakte, en melk te ruilen voor tarwe. Dan sliep hij bij boeren in het hooi. Er was altijd een kans dat het eten op de terugweg bij de pont in Noord weer werd afgepakt.
Kinderen konden een schaaltje en een lepel mee nemen naar school, dan kreeg je een beetje te eten. Je moest zorgen dat je gezond bleef, anders was je het haasje. Een meisje bij mij aan de overkant heeft lang op bed gelegen, zij was ziek van de honger. Daar woonde ook opoe Bom, ik ging haar vaak een beetje eten brengen. Als de kolen op waren, dan zat je in de kou. Mensen haalden zelfs hun deuren eruit om in de kachel te gooien. Om de school zat een houten schutting, die hebben ze gesloopt. Ik heb toen ook een stukje hout meegenomen. Dat moest ik van mijn moeder terug brengen, want dat was niet van ons.

Brandeisfotografie

Hoe vond u de bevrijding?
De bevrijding was fantastisch, iedereen danste op straat. Ik was verkouden en ben toen tussen de melkflessen in de etalage gaan zitten. Daar zag ik mensen arm in arm op straat dansen. Later heb ik nog meegelopen in optochten, verkleed als een margrietje in een groen pakje en met een wit hoedje op. Toen wilde een Canadees mij nog vastgrijpen, maar ik was toch echt nog te jong. Ik vond het wel mooi dat wij zo beschermd werden, maar toch had ik wel meer willen weten als kind over de oorlog. Later ga je pas vragen stellen. Jullie moeten echt van deze tijd genieten, want dit is de mooiste tijd van je leven. En blijf vooral leren!

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892