Erfgoeddrager: Yahia

‘Voor mijn ouders was de oorlog voorbij, ze waren weer bij elkaar’

Adel, Yahia en Tommy van de IJpleinschool in Noord hebben eerst wat uitleg nodig over hoe het zit met Christian Meyer en de oorlog. Hij legt uit dat hij een nakomertje is en het verhaal vertelt van zijn ouders en zijn grote broers die wel de oorlog hebben meegemaakt. Zijn moeder Corrie was de dochter van Jacques Kattenburg, de oprichter van de regenjassenfabriek Hollandia Kattenburg in Amsterdam-Noord.


Hoe gevaarlijk was het om een fabriek te hebben in de oorlog?

‘Omdat mijn moeder Joods was net als haar ouders, was het best gevaarlijk om een grote fabriek te hebben. De Duitsers hadden de fabriek nodig. Ze wilden dat de werknemers, die vaak ook Joods waren, Duitse uniformen maakten. Zo werd iedereen beloofd dat ze niet zouden worden opgepakt. Maar op 11 november 1942 werden de Joodse medewerkers toch opgepakt, en op transport gestuurd naar zogenoemde werkkampen. Er zijn maar weinigen die de kampen hebben overleefd.’

Hoe is het afgelopen met uw broers en ouders?
‘Omdat mijn vader Deens was, moesten ze naar Denemarken, dat indertijd ook bezet was door de Duitsers. Toen mijn ouders in Denemarken waren met mijn broers die toen nog heel klein waren, probeerden ze te vluchten naar Zweden. Dat mislukte en ze werden opgepakt. In de trein naar Duitsland werden de mannen gescheiden van de vrouwen en kinderen. Mijn moeder werd naar Ravensbrück gebracht en mijn vader moest naar Sachsenhausen. Die scheiding was heel moeilijk voor mijn ouders, met name voor mijn moeder. Ze hebben geluk gehad! Na een poosje werd zowel mijn vader als mijn moeder met de kleintjes opnieuw op transport gezet naar kamp Theresienstadt. Daar vonden ze elkaar weer. Voor mijn ouders was toen de oorlog voorbij, ze waren weer bij elkaar.’

Hoe was het voor de kinderen om in een kamp te zitten?
‘De kinderen, mijn broers, waren toen nog heel klein en snapten gelukkig niet waar ze waren beland. Ze hebben natuurlijk wel een hoop ellende gezien. Ze hadden niet genoeg te eten en konden niet naar school. Mijn ouders hebben de jongens les gegeven. Mijn moeder maakte tekeningen waar ze de betekenis onder zette. Zo konden ze toch een beetje normaal leven. In Theresienstadt hadden ze geluk. Daar kreeg mijn familie zelfs een eigen kamer. Andere mensen hebben veel minder geluk gehad.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892