Erfgoeddrager: Steffan

‘Bleek dat mijn school op het Mosplein was platgebombardeerd’

Met de auto rijden Steffan, Magnus, Hugo en Gijs van De Weidevogel in Ransdorp naar het huis van Jan van de Linden in Oostzaan. Ze worden hartelijk ontvangen door meneer en mevrouw Van der Linden, met chocolademelk en een koekje. ‘Goh’, zegt hij, ‘dat jullie helemaal uit Ransdorp zijn gekomen, jongens… Zijn jullie ook allemaal op die toren geweest?’

Wat was het moeilijkste aan de oorlog?
‘Ik was nog maar heel jong. Het zei me allemaal niet heel veel, maar ik vond het eigenlijk best spannend. Om je heen gebeuren dingen die je op dat moment niet kunt verklaren. Eigenlijk realiseer ik me soms nu pas echt wat er is gebeurd. Daarom kan ik af en toe ook best een beetje emotioneel worden.’

Ging u naar school?
‘We gingen aanvankelijk gewoon naar school. Hebben jullie gehoord van het bombardement op Noord? Ik lag in mijn bed en het leek opeens alsof er een zak aardappelen op zolder werd leeggeschut. Bleek dat mijn school op het Mosplein bij het bombardement helemaal was platgebombardeerd. We zijn toen allemaal ingedeeld bij een andere school in de Azaleastraat. Als er luchtalarm was, kwamen de mensen uit de buurt naar school om de juffrouw een beetje bij te staan, ook mijn moeder. Op een gegeven moment was er zo’n herrie. Ik weet nog dat we met z’n allen tegen de achtermuur van de school waren gedrukt, angstig te zijn.’

Had u Joodse kinderen in de klas?
‘Nee, wij hadden geen Joodse kinderen in de klas, maar er zijn wel Joodse mensen bij ons in de straat weggehaald, tenminste dat begreep ik achteraf. Ik speelde op straat en zag ineens een kind met een stuk speelgoed in de hand. Aan het eind van de straat woonden Joodse mensen, en dat huis werd leeggehaald. De mannen die het huis leeghaalden, waren van de firma Puls, ze hadden een contract met de Duitsers. Het speelgoed dat ze uit het huis haalden, deelden ze uit aan de kinderen op straat. Men zei toen ook wel: ‘de huizen van de Joden worden gepulst’. Mijn vader is ook een keer weggevoerd want hij moest net als alle mannen die in dienst waren geweest, in Duitsland gaan werken. Dat waren allemaal gevangenen, dwangarbeiders. Toen hij in de buurt van Amersfoort kwam, mocht hij gelukkig terug. Waarom hij terug naar huis mocht, weten we nu nog steeds niet. Misschien was hij overtollig. Maar dat maakte niks uit, hij mocht terug naar huis!’

Had u genoeg te eten in de Hongerwinter?

‘De Duitsers hadden alles gerantsoeneerd. Eten was op de bon. Maar ik heb nooit echte honger gehad. De aanleiding voor de Hongerwinter was de spoorwegstaking. De Duitsers hebben toen alle aanvoer gestopt. Zo raakten de voorraden op en begonnen de hongertochten naar de boeren in Friesland en Noord-Holland om eten op te halen. Mijn vader is ook gegaan. De tweede keer ging hij naar de Wieringermeerpolder. Ik herinner me dat mijn vader helemaal in shock thuis kwam. Wat bleek: onderweg werd hij staande gehouden door de Duitsers en moest hij toekijken hoe tien mannen uit een vrachtwagen werden getrapt, op een rij werden gezet en werden gefusilleerd. Hij is in paniek naar huis gefietst. Helemaal in shock. De kolen waren ook op in de Hongerwinter. Het was hartstikke koud en er lag veel sneeuw. Lege huizen werden direct gesloopt en al het hout verdween in de kachel. Mijn vader werkte bij Shell als stoker. Ze hakten de brokken stookolie van de gebombardeerde fabriek in stukken. Als een soort appelstroop. Dat deden ze in het kacheltje. Het kacheltje werd helemaal rood van de hitte! Weten jullie dat ik dat kacheltje nog heb? Willen jullie het zien?’

    

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892