Erfgoeddrager: Souki

‘We zaten spiernaakt op de grond terwijl de Duitsers ons uitlachten’

Ina Groenteman-Rosenthal (1936) ontvangt Niels, Souki en Max van de 3e Daltonschool in haar huis in Amstelveen. Tijdens de oorlog woonde ze vlakbij hun school. In 1943 werd ze met haar familie opgepakt en naar Westerbork, en later de vernietigingskampen, gebracht.

Moest u onderduiken tijdens de oorlog?
‘Heel veel mensen gingen onderduiken, zo ook mijn broertje en ik. Op een middag gingen we daar naartoe. We kwamen bij een man terecht, maar mijn broertje, toen drie jaar oud, wilde hem geen hand geven. Mijn vader reageerde daarop: “Als een kind geen hand wil geven, is deze man niet te vertrouwen.” Dit bleek achteraf ons geluk, want toen wij later in Westerbork waren, kwam daar een transport aan met allemaal kinderen die deze man zogenaamd had laten onderduiken. De kinderen werden doorgestuurd en zijn nooit teruggekomen. Wij kwamen daar terecht door een grote razzia op 21 juni 1943 in Amsterdam-Zuid. We sliepen er in houten barakken, dat zijn een soort schuren, in stapelbedden. Elke dinsdag vertrok er een trein naar de vernietigingskampen. Iedereen was dan ontzettend gespannen of ze werden opgenoemd om weg te gaan.’

Wat gebeurde er daarna?
‘We werden in februari 1944 in beestenwagens naar Bergen-Belsen gebracht. Hier waren ze minder vriendelijk dan in Westerbork. Iedereen sliep daar opgepropt op elkaar. Het eten was minimaal, koolraap en één centimeter brood per dag of soms zelfs per week. Iedere dag moesten we uren op appèl staan. Dat betekende dat je moest verzamelen en dat je dan doodstil moest blijven staan. De grote mensen hadden intussen begrepen dat mensen in andere kampen werden vergast. Op een dag moesten alle moeders en kinderen meekomen. We werden naar een badhuis gebracht en moesten ons uitkleden. We waren heel bang dat we vergast zouden worden. De hele dag zaten we spiernaakt op de grond terwijl de Duitsers langsliepen en ons uitlachten. In april 1945 moesten we een hele dag naar het station lopen. Mijn broertje was uitgeput, dus nam mijn vader hem op de arm. Dit mocht niet van de soldaten, iedereen moest zelf lopen. Een van hen wilde mijn broertje doodschieten. Gelukkig was er een andere soldaat die zei: “Laat dat kind toch leven.” We gingen met de trein op weg naar de gaskamers. Enkele vrouwen probeerden de Duitse soldaten te verleiden. Tegelijkertijd gooiden de mannen zoveel mogelijk kolen uit de trein; zonder kolen kon de trein niet verder rijden. De trein kwam hierdoor niet aan bij de gaskamers. En daardoor leef ik nu nog. We hebben een week lang stil gestaan. We hadden alleen water uit een sloot. Op vrijdag 13 april, die dag vergeet ik nooit, werden we bevrijd! Vrijdag de 13e is voor mij nooit een slechte dag geweest.’

Wat deed u na de bevrijding?

‘Na de bevrijding moesten we nog een tijd in Duitsland blijven. Mijn ouders, broertje en ik hebben met tyfus in het ziekenhuis gelegen, opgelopen door het drinken van slootwater. Mijn vader is van oorsprong Duits. Hij is in 1932 gevlucht. In 1938 werd in Nederland prinses Beatrix geboren. Haar moeder Juliana kreeg van de Duitse Opel fabrieken twee kinderwagens. Maar ze had natuurlijk genoeg aan een. De extra kinderwagen wilde ze schenken aan een gezin dat net zo was samengesteld als haar gezin: een Nederlandse vrouw, een Duitse man en een dochter geboren in Barendrecht. En dat waren wij. Ik heb in die kinderwagen gelegen. Dat nieuws kwam overal ter wereld in de krant te staan. De Duitsers hadden dit ook gezien en waren woedend. Dat Juliana hun geschenk aan een vuile rotjood had gegeven. Ons gezin werd daarom stateloos verklaard. We hadden geen nationaliteit meer. Toen we terugkwamen uit Bergen-Belsen mochten we bij Maastricht Nederland niet in. Ze hebben ons naar een kamp gestuurd, waar ook NSB’ers zaten. Uiteindelijk konden we terug naar Amsterdam. Dat was wel een heel bijzonder gevoel, om weer terug te zijn. We zijn nog tot 1954 stateloos geweest. Als ik met de klas naar het buitenland ging, moest ik een visum aanvragen.’

              

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892