Erfgoeddrager: Seb

‘Muisstil zaten we in de boom tot de Duitse soldaat wegging’

Gala en Emiel (Seb was die dag ziek) interviewden Emmy Davids die tijdens de oorlog aan de Govert Flinckstraat woonde. Aan deze leerlingen van basisschool Oscar Carré vertelde zij wat ze als jong meisje merkte van de oorlog om haar heen.

 Waar woonde u tijdens de oorlog?
Ik woonde samen met mijn ouders en zusjes in de Govert Flinckstraat. Mijn vader was musicus. Ondanks dat het oorlog was, waren er af en toe toch nog feestjes. Na een optreden kreeg hij vaak etensrestjes mee naar huis. Het was echt feest als wij dan de volgende dag bijvoorbeeld een broodje kregen. Mijn broer zat ondergedoken omdat hij bang was dat ie naar Duitsland zou worden gestuurd. Hetzelfde gold voor mijn zwager. Samen met mijn oudste zus zat ook hij ondergedoken. Mijn twee zusjes en ik wisten niet waar. Ik denk dat mijn ouders bang waren dat wij onze mond voorbij zouden praten.’

Wat merkte u als jong meisje van de oorlog?
‘Ik was acht jaar toen de oorlog uitbrak. Op die leeftijd merk je nog niet zoveel van dit soort dingen. Toen de oorlog een paar jaar aan de gang was, merkte ik pas iets. Ik mocht bijvoorbeeld niet meer op straat spelen na acht uur ’s avonds. Jammer, want ik speelde maar al te graag met vriendjes en vriendinnetjes buiten. Voor acht uur moesten we dus binnen zijn. De Duitsers controleerden alle straten. Een keer speelde ik met buurtkinderen verstoppertje op de Amsteldijk. Plotseling werd het doodstil en hadden wij dus al binnen moeten zijn. We hoorden een Duitse soldaat roepen. Snel klommen we in een boom. Wij hebben daar muisstil gezeten totdat hij weg was. Mijn moeder zal wel verschrikkelijk ongerust zijn geweest.’

Waarom zijn u en uw familie aan het eind van de oorlog uit Amsterdam vertrokken?
‘Ondanks dat mijn ouders er altijd voor gezorgd hadden dat er iets te eten thuis was, was het eten in de winter van 1944 echt op. Samen met mijn zus ben ik daarom zes weken naar Wenen gegaan om aan te sterken. Wij werden hongerkinderen genoemd. De tijd in Wenen vond ik verschrikkelijk. Ik zat in een gezin, zonder mijn zusje en mijn ouders waren nog in Nederland. Ik heb drie dagen lang gehuild totdat ik bij mijn zusje in huis mocht wonen. Na zes weken keerden we weer terug naar Amsterdam. Mijn vader kwam uit Friesland en had daar nog veel familie wonen. Samen met mijn ouders en zusjes zijn we toen naar Friesland gefietst, want in het noorden van Nederland was nog wel eten. We hebben een week over die tocht gedaan. Onderweg waren er veel mensen die ons hielpen, al weigerden sommigen ook als je bijvoorbeeld alleen maar om een glaasje water vroeg. Eenmaal aangekomen in Friesland heb ik op verschillende plekken gewoond. Alle gezinsleden woonden ergens anders.’

         

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892