Erfgoeddrager: Renée

‘Met de twee bloempotten gingen we op de fiets naar oma’

Renee, Nova, Bram en Stijn van groep 8 van basisschool De Hasselbraam zijn ontzettend benieuwd naar de verhalen van Peter Buddemeijer. Hij woont vlakbij school in Residentie De Wilgenhof. Aan de ronde tafel met een glaasje limonade en een koekje kan het gesprek met de tachtigplusser beginnen.

Herinnert u zich het begin van de oorlog nog?
‘Op een dag liepen overal Duitse soldaten, in uniform en met geweer. Toen wisten we dat de oorlog was begonnen. De soldaten hadden ijzeren hakken en dat gaf zo’n akelig geluid. Daar werd ik heel angstig van. Ik was vier jaar en zat op de Philips kleuterschool vlak bij het PSV stadion. Toen ik zes was, ging ik naar de lagere school. Door de oorlog viel er veel les uit. Je kon niet naar school als het koud was, als er geen kolen meer waren of als je geen schoenen meer had. Ook ging het luchtalarm vaak af. Een lang geluid met een korte stilte betekende dat je moest schuilen. Als het geluid kort was met een lange stilte dan was het gevaar voorbij.’

Kenden jullie ook Joodse mensen in de oorlog?
‘Op een dag mochten we niet meer op zolder spelen en zat de deur op slot. Mijn moeder zei dat Zwarte Piet daar sliep. Pas na de oorlog vertelden mijn ouders dat daar een Joods echtpaar ondergedoken had gezeten. Als de Duitsers daar achter zouden zijn gekomen, hadden mijn ouders de doodstraf kunnen krijgen. Mijn moeder kon die spanning op en gegeven moment niet meer aan. Toen zijn ze ergens anders naartoe gegaan. Na de oorlog kwamen ze nog langs om mijn ouders te bedanken. Ik vond het heel goed dat mijn ouders dit hebben gedaan.’

Hoe kwamen jullie aan eten?
‘Mijn vader was slager en slachtte voor mensen dieren. In plaats van geld vroeg hij vlees. Mijn moeder smokkelde dat in de kinderwagen, met mijn baby zusje erin, naar huis. Mijn vader smokkelde leer. Hij was nergens bang voor. Maar op een dag haalde hij met de trein een rol leer op in Gilze en Rijen, toen de Duitsers de trein controleerden. Mijn vader werd zo bang dat hij het leer buiten de trein hing, uit het zicht. Dat is gelukkig goed gegaan.’

Wat is het ergste dat jullie hebben meegemaakt?
‘Op Sinterklaasochtend, dat was vroeger 6 december, stond er voor mij en mijn broertje een prachtige toverlamp op tafel. Ook stonden er twee bloempotten voor oma. Vroeg in de middag brachten mijn vader, broertje en ik die naar haar toe. Toen we voor de slagboom in de stad stonden te wachten, kwamen er vanuit het niets een heleboel bommenwerpers over. Engelsen bombardeerden de Philipsfabrieken, omdat daar spullen voor de Duitsers werden gemaakt. Maar ze raakten dus ook huizen en mensen. Het waren fosforbommen, die meteen alles in brand zetten. Mijn vader heeft ons meegenomen en ergens een deur ingetrapt. Al snel stond alles daar ook in de brand. We zijn naar de tuin gerend, terwijl mijn vader het vuur probeerde uit te trappen. Uiteindelijk zijn we daar weggekomen. Ik zal jullie niet vertellen wat we onderweg allemaal zagen. Dat is te verschrikkelijk. Eenmaal thuis stond de voordeur open. Die was door de luchtdruk van de bommen eruit geduwd. We konden mijn moeder en zusje nergens vinden en waren heel bang. Gelukkig bleek dat ze naar de buren gevlucht waren en in orde waren. Dit alles kon zo plotseling gebeuren, omdat de Engelse vliegtuigen zo laag vlogen en niet op de radar te zien waren. Daardoor ging het luchtalarm niet af en zijn we niet op tijd gewaarschuwd. De Engelse naam van deze bombardementen is de Oyster-bombardementen. Daarom staat er in Eindhoven bij Usine een kunstwerk in de vorm van een oester ter nagedachtenis aan de Sinterklaasbombardementen.’

          

Erfgoeddrager: Renée

‘Ik herinnerde me opeens weer dingen van de oorlog’

Dani, Kyle, Esperanza en Renée van de Twiskeschool in Amsterdam-Noord gaan Els Burger interviewen over haar jeugd in Noord tijdens de oorlog. Ze was nog heel jong en wist zich lange tijd nauwelijks iets te herinneren van deze periode. Pas toen ze ouder werd, kwamen de herinneringen terug.

Hoe heeft u de oorlog beleefd?
‘Ik werd geboren in 1941. Van de eerste twee jaar heb ik weinig meegekregen. Eigenlijk wist ik niets meer totdat ik op mijn 40e het geluid hoorde van de vliegtuigen van de Canadezen. Tijdens een herdenking hadden ze een oud vliegtuig ingezet uit de oorlog. Toen ik dat geluid hoorde, schrok ik zo erg dat ik in een hoekje kroop in mijn appartement. Ik herinnerde me opeens weer dingen van de oorlog.’

Uw oom en vader moesten werken in Duitsland. Hoe was dat?
‘Mijn vader liet niks van zich horen toen hij in Duitsland was. Mijn oom ging daarom kijken hoe het met hem ging. Toen hij aankwam, werd hij ook opgepakt en moest hij eveneens werken. Om het weekend mocht een van hen naar huis, maar als hij niet terugkwam moest de ander naar de gevangenis. Mijn oom probeerde te ontsnappen en dat leek te lukken. Totdat ze honden inzetten om hem te zoeken. Hij werd gevonden en vastgezet. Later moesten ze van Duitsland naar Nederland lopen. Heel zwaar was dat, vooral voor mijn oom die een ziekte had opgelopen in de gevangenis.’

Hadden jullie onderduikers in huis?
‘Nee, we hadden geen onderduikers. Wel zaten er NSB’ers in de familie die bij mijn oma en opa woonden. Mijn opa had een radio verstopt achter de badkuip en luisterde stiekem naar Radio Oranje. Als hij klaar was, zette hij de radio weer achter de badkuip. De rest van de familie wist niet dat hij een radio had.’

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892