Erfgoeddrager: Jaimen

‘Ik heb in mijn slaap niks van die bom gemerkt’

Meneer Cors Janssen was bijna zeven toen de oorlog uitbrak. Hij woonde met zijn ouders, grote en kleinere zus in de buurt van de Dijkgraaf. Aan Anna, Jaimen, Harm en Matteo van de van den Brinkschool vertelt hij over zijn ervaringen tijdens de evacuatie en in de Hongerwinter.

 Weet u nog waar u naartoe ging tijdens de eerste evacuatie?
‘Het plan was natuurlijk Rotterdam, maar ze kwamen er al snel achter dat dat niet zo’n goed idee was. Toen gingen we naar Streefkerk. Ik herinner me dat we over de dijk naar ons evacuatieadres liepen. Mijn moeder belde aan, een vrouw deed open, keek naar mij, naar mijn zus en toen naar mijn moeder. Ze zei: “Horen die kinderen bij u? Want dan heb ik geen plaats.”. Tja, daar stonden we dan. We hadden geluk. De buurvrouw kwam naar mijn moeder en zei dat ze wel al evacués hadden, maar dat ze plaats voor ons zou maken. Daar hebben we het fantastisch gehad.’

 Heeft u nog nare dingen meegemaakt?
‘Ja, toen in 1943 de V1 op het rode dorp viel, woonden wij precies in de kom waar de bom gevallen was. De achterkant van het hele huis was weg, en precies daar was mijn slaapkamer. Ik had er niks van gemerkt, ik sliep gewoon door. Door alle puin konden mijn ouders mijn slaapkamer niet in en van hun geroep werd ik ook niet wakker. Ze raakten natuurlijk in paniek en dachten dat mij iets was overkomen. Uiteindelijk lukte het mijn vader de kamer binnen te komen en mij wakker te maken.’

Tijdens de mobilisatie werd uw vader opgeroepen voor het leger. Wat gebeurde er toen?
‘Gelukkig kwam hij in juni 1940 al weer naar huis.Maar ik weet nog dat in 1943, net nadat de bom op het rode dorp was gevallen, alle Nederlandse militaire werden opgeroepen om zich als krijgsgevangene in Assen te melden. Mijn vader was bang wat er met ons zou gebeuren als hij zich niet zou melden, dus hij ging. Hij had in die tijd psoriasis, een onschuldige huidaandoening die er wel ernstig uitzag. Toen heeft mijn moeder bij de huisarts een briefje geregeld waarop stond dat hij een besmettelijke ziekte had. Ze is met dat briefje naar Assen gegaan en ‘s avonds kwam ze weer thuis. Met mijn vader!’

Hoe was de Hongerwinter voor u?
‘We kwamen in Zeist terecht; de foute kant op want daar was niets te eten en te drinken. Maar ik heb het geluk gehad dat ik samen met mijn zus werd uitgezonden met het kindertransport, naar Hengevelde. Daar kwam ik in een gezin met drie hele grote meiden terecht. Erg voor mijn ouders, maar ik heb er een fantastisch half jaar gehad. Ik weet nog hoe we ‘s nachts met vrachtwagens naar de buurt van Zutphen reden en de volgende ochtend met paard en wagen naar Leersum. Daar kregen we te eten, eindelijk weer! We aten heel veel, maar waren niks meer gewend. ‘s Avonds lagen we allemaal ziek op de zolder.’

            

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892