Erfgoeddrager: Emmanuël

‘Als we speelden, deden we alsof we soldaten waren’

Ome Toon, mogen ze hem noemen en ze ontmoeten elkaar in de bibliotheek van basisschool De Morgenster. Emmanuël, Praisegod en Osa, die nu even oud zijn als hij toen was, vinden het spannend en willen meer weten over hoe de Tweede Wereldoorlog was voor jonge kinderen. Wanneer ome Toon vertelt over een vallende granaat, de molen waar hij geboren was en de bonnenboekjes, zitten de jongens op het puntje van hun stoel.

Hoe oud was u toen de Tweede Wereldoorlog begon?
‘Toen de oorlog uitbrak, was ik 11 jaar oud. Een deel van mijn belevenissen heb ik opgeschreven en een stukje daarvan is omgevormd tot liedje. Dit is de tekst:


De ochtend van de 10e mei
De zon stond aan De Kim
Toen kwam er aan de Oosterkant
een vreemde vijand in
Wij allen stonden toen paraat
en vochten hand in hand
Menig moedige soldaat
viel voor zijn vaderland.
Ik denk aan hen die zijn gevallen
Zij rusten nu tezamen zij aan zij


Dat was het begin van de oorlog, een hele moeilijke tijd die voor mij begon toen ik dus jullie leeftijd had. Voor de oorlog had je wel al de mobilisatie. Dat is de periode waarin de soldaten zich aan het voorbereiden waren op de oorlog. Zo begon het officieel, maar toen wisten wij dat als kinderen nog niet.’

Was u bang tijdens de oorlog?
‘Ik ben nooit bang geweest, ook niet voor de soldaten. Soms, als wij speelden, deden we alsof wij de soldaten waren. Als kleine jongen merkte ik er in het begin weinig van. We zagen wel de vliegtuigen overvliegen maar we gingen nog gewoon naar school. Ik zat in Weesp op school; mijn moeder, broer, zussen en ik woonden in Driemond. Op weg naar school liepen we altijd over een hele hoge brug. Op een ochtend, toen wij over de brug liepen, zagen wij de hele polder onder water lopen. De Duitsers gooiden per ongeluk een granaat op de dijk. Hierdoor kwam de hele polder onder water te staan. Dat was het eerste wat ik zag van de oorlog. Wij bleven gewoon naar school gaan waardoor we, denk ik, in het begin niet goed merkten wat er om ons heen veranderde. Wel viel het ons op dat in de kazernes waar we soms langsliepen nu Duitsers waren terwijl daar eerst Nederlanders zaten.’

Wat aten jullie in de Tweede Wereldoorlog?

‘Omdat wij in een buurt woonden met een slager en een kruidenierswinkel konden wij nog lang vrij goed eten. Later hebben we ook wel suikerbieten moeten eten. Op een gegeven moment ging alles ‘op de bon’ en kregen we kaarten. Deze bonnen leverde je in als je eten wilde halen. Ik heb nog originele bonkaarten uit de oorlog bewaard. Op een gegeven moment waren alle winkels leeg omdat er niets meer werd aangevoerd. Soms hadden we geluk, dan werd tijdens een schietpartij door de Engelsen bijvoorbeeld per ongeluk een paard geraakt. De slager slachtte dan het vlees. Daarna liep iemand met een ratel door het dorp om bekend te maken welke nummers vlees konden gaan halen. Elk gezin had een eigen nummertje. Er kwam ook weleens een schip vol met appels voorbij toen de boomgaarden onder water waren gelopen. Wanneer die boot in Driemond aankwam, konden we appels halen. Echte honger zoals de beroemde Hongerwinter in Amsterdam hebben wij gelukkig niet gekend.’

  

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892