Erfgoeddrager: Charlissa en Kaj

‘Alsof ze denken dat ik zo uit de rimboe kom’

Giannina Rijsdijk (1954) ontvangt de leerlingen Kai, Afenaysa, Lourdes en Charlissa in de open ruimte van de flat waar zij woont. Overal heeft ze spullen die afkomstig zijn uit Suriname opgehangen. Wat er zo speciaal aan Giannina is – behalve dat ze zo levendig en vol energie zit, is dat ze een blanke Surinaamse is, met een lichte huid en blauwe ogen. Ze stamt af van de Boeroes.

Wat vond u van het leven in Suriname?

‘Ik ben in Amsterdam geboren, maar in Suriname opgegroeid met verschillende culturen. Ik houd mij nog altijd vast aan de tradities van Suriname. Ik ben zeer nationalistisch opgevoed en ik vind dat we één geëmancipeerd geheel moeten worden. Ik werkte mee aan de alfabetisering voor de bevolking. Lezen en schrijven was belangrijk voor iedereen. De bevolking in Suriname was laaggeletterd en daar wilde ik met mijn vrienden wat aan doen. We deden ook mee aan de nationalistische propaganda. Nu niet meer, maar toen dacht ik de Surinaamse bevolking ermee te helpen.’

Hoe kan het dat u een lichte huid en blauwe ogen hebt?

‘Blanke Nederlanders in Suriname noemen wij Bakra. Dan ben je òf een Nederlandse vakantieganger, òf je stamt af van de slavenhouders, òf je bent familie van de Boeroes. Mijn familie en ik zijn Boeroes. De Boeroes zijn Nederlanders die in de negentiende eeuw naar Suriname gingen om daar op het land te gaan werken als boer. Maar door allerlei omstandigheden, waaronder dodelijke ziektes, werd de groep van de Boeroes steeds kleiner. Mijn familie is zeer gemengd, we hebben alle soorten kleuren. Ik voel mij daarom een mix van alle culturen die in Suriname leven. Ik werd laatst door een landgenoot aangesproken met de vraag of ik een Boeroe was; toch leuk om te horen dat het aan mij te zien is.’

Hoe was het om terug te komen naar Nederland?

‘Het was een echte cultuurschok. Hier in Nederland was alles veel moderner, je had bijvoorbeeld trams en strippenkaarten. Dat kende ik alleen nog maar uit verhalen. En in Suriname had je bijvoorbeeld maar één windrichting, daar werden de huizen ook op gebouwd en zo kon je altijd oriënteren. In Nederland kwam de wind daarentegen echt overal vandaan. Ik was ergens rond de veertig toen ik hier met mijn zoontje naartoe kwam. Ik wist al redelijk wat van Nederland, maar er was toch ook nog veel voor mij onbekend. Ik sprak de taal gelukkig wel, omdat we op school gewoon Nederlandse les kregen. En thuis en tegen oudere mensen spraken we in Suriname ook altijd Nederlands. “Sranang spreek je maar tegen je vrienden en vriendinnen op straat,” zei mijn vader altijd. Zelfs nu nog heb ik, als ik oudere Surinaamse mensen tegenkom, schroom om Sranang te praten. Heel af en toe, als anderen Sranang tegen mij beginnen te praten, praat ik zo terug, maar dat gebeurt zelden.’

Heeft u in Nederland weleens te maken gehad met discriminatie?

‘Ja, maar heel subtiel. hè. Zolang ik mijn mond niet openmaak, is het van; ‘Oké, deze vrouw is uit de Hollandse klei getrokken.’ Maar ja… het is moeilijk om je vinger erachter te krijgen. Ik merk soms dat mensen me niet geheel voor vol aan zien. Alsof ze denken dat ik zo uit de rimboe kom. Ik zat laatst te eten met een vriend van mij en ik vertel hem zo tussen neus en lippen door: “Als ik thuis rustig wil zitten of ik heb m’n dingen te doen, dan heb ik gewoon de hele tijd de klassieke radio aan.’’ Zegt hij tegen me: ‘’Zo, kijk eens aan.’’ Dus wat? Ik merkte dat ik een beetje boos begon te worden. Omdat ik uit Suriname kom, kan ik niet naar klassieke muziek luisteren? Of kan ik het niet waarderen? Sorry hoor. Ik nam het hem niet echt kwalijk, maar om de een of andere reden heb ik het wel onthouden en er een soort ‘mental note’ van gemaakt. En dan denk ik bij mezelf: hoe kan je zo laatdunkend doen over de cultuur van anderen? Kijk, je hoeft de cultuur van anderen niet hoger te plaatsen dan die van jou, maar zeker ook niet lager. En je moet mensen dus ook niet in een hokje plaatsen. Ik ga bijvoorbeeld graag naar het concertgebouw, maar ook gewoon naar een ‘bigi jari’ van een Surinaamse vrouw, even graag en gemakkelijk. Ik wil mijzelf niet in een hokje laten plaatsen en als er dan zulke opmerkingen komen, dan word ik wel pissig, ja.’

Wat vindt u van de zwartepietendiscussie?

‘Ik vind het goed dat achter sommige dingen een vraagteken wordt gezet, maar de manier waarop het gebeurt vind ik minder. Als je vindt dat Zwarte Piet niet van deze tijd is, dan is dat zeker je goed recht, maar met heen en weer schreeuwen bereik je ook niks. Ik vind wel dat ouders kinderen moet uitleggen dat het voor sommige Surinamers pijnlijk kan zijn doordat het hen doet denken aan de tijd van de slavernij en de kolonisatie.’

 

 

 

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892